Dit artikel wordt u aangeboden door onze partner.

BNP Paribas AM: Tracking error vormt uitdaging bij duurzame ETF’s

Placeholder 960x540 Joep spoor - BNP.png

De markt voor duurzame ETF’s is flink gegroeid, in omvang en aanbod. Beleggers kunnen kiezen uit honderden indexproducten, variërend van lichtgroen tot donkergroen. Het segment is echter flink in beweging, met onder meer een switch van donkergroen naar lichtgroen, stelt Joep Spoor, senior business development manager bij BNP Paribas Asset Management. “Dat heeft veel te maken met de tracking error; die laag houden blijft een uitdaging voor duurzame ETF’s.” 

Spoor trapt af met enkele ingrijpende recente ontwikkelingen in de ETF-markt. Zo valt in de eerste helft van 2025 op dat indexbeleggers nadrukkelijk voor Europese aandelen kiezen, boven Amerikaanse. “Van de tien maanden met de meeste instroom in Europese aandelen in de afgelopen tien jaar, vind je er drie in 2025. De Amerikaanse aandelenmarkt laat daarentegen na januari nauwelijks nieuwe ETF-instroom zien”, aldus Spoor. 

Ook binnen fixed income blijft Europa dominant, met 14 miljard euro aan instroom in de eerste vijf maanden van 2025. Beleggers blijven wel voorzichtig gezien de voorkeur voor kortlopende en veilige obligaties. Voor  thematisch beleggen was er jarenlang weinig enthousiasme, maar defensie-ETF’s zijn dit jaar sterk in trek. Actieve ETF’s trekken eveneens meer kapitaal aan dan voorheen, al blijft het Europese marktaandeel met zo’n 2,5% nog ver achter bij de VS. “Er is dus nog veel groeipotentieel”, concludeert Spoor.  

Stille switch van donkergroen naar lichtgroen 

Ook het duurzame ETF-segment is flink gegroeid. In 2014 konden beleggers kiezen uit circa 50 ETF’s, in 2025 is dat aantal opgelopen naar ongeveer 850. Wel schuift de voorkeur van beleggers op. “We zien een duidelijke beweging van donkergroene ETF’s naar lichtere varianten,” stelt Spoor.

In de afgelopen anderhalf jaar stroomde er 22 miljard euro uit donkergroene ETF’s, terwijl er ongeveer 25 miljard euro naar lichtere strategieën ging. De belangrijkste reden: zorgen over een te hoge tracking error. “Hoe meer je uitsluit, hoe verder je afwijkt van de oorspronkelijke index. En dat vinden veel beleggers op termijn lastig te verdedigen,” besluit Spoor.

Een aantal institutionele beleggers kan prima met een hoge tracking error uit de voeten, omdat de hoge ESG-score een bewuste keuze is, maar veel anderen vinden dat lastiger omdat hun performance nog steeds wordt afgemeten aan een traditionele benchmark. Spoor signaleert deze uitdaging vooral bij aandelen-ETF’s. “In de obligatiemarkt speelt dit probleem minder, doordat duurzame fixed income-ETF’s doorgaans een lagere tracking error hebben.”
 

Fondsevent 2025
Joep Spoor spreekt op Fondsevent 2025 over “Beleggen in duurzame ETF’s met oog voor de tracking error versus de benchmark”. Kom op 29 september naar Fondsevent. Meld u hier aan.


Duurzaam en toch dichtbij de benchmark

De verschuiving naar lichtgroene ETF’s illustreert dat relaties duurzaamheid belangrijk vinden, maar tegelijk niet te veel willen afwijken van de benchmark. BNP Paribas AM heeft daar met zijn reeks duurzame ETF’s op ingezet. “Door klanten een keuze te bieden van lichtgroen tot donkergroen, en daarbij steeds een zo hoog mogelijke ESG-score te realiseren, met een zo laag mogelijke tracking error”, vertelt Spoor.

De sleutel van de aanpak is daarbij een optimalisatieproces, legt Spoor uit. “We beginnen met de wereldindex, sluiten bedrijven uit op basis van ESG-criteria - bijvoorbeeld tabak of controversiële wapens. De lichtgroene ETF’s van BNP Paribas AM volgen de MSCI Select Filtered Min TE index. “Het doel is om minimaal 10% beter te scoren op ESG dan de parent index, en tegelijk de carbonintensiteit met 20% te verlagen,” aldus Spoor.

Na de selectie wordt een optimalisatiemodel toegepast. “We spiegelen het overgebleven universum aan de oorspronkelijke benchmark,” vertelt Spoor. “Met behulp van sector- en landenwegingen en een uitgebreide risicoanalyse beperken we de tracking error, zonder in te leveren op duurzaamheid.” 

En dat werkt, stelt Spoor. “Voor onze lichtgroene ETF zitten we op een tracking error van 40 basispunten, een hele keurige score versus de 70-90 basispunten die gangbaar zijn in de markt.” 

Weet de gevolgen van duurzame keuzes 

Goede data zijn volgens Spoor belangrijk, omdat ze de discussie rondom duurzame keuzes concreet maken. “We kunnen precies tonen wat de gevolgen van bepaalde uitsluitingen zijn. Klanten met een specifiek indexmandaat leveren een uitsluitingslijst aan, en wij rekenen alles door: carbonintensiteit, prognose-impact en tracking error.” 

Spoor benadrukt dat het bij deze keuzes niet zozeer om alpha-maximalisatie gaat, maar om de afwijking ten opzichte van de benchmark. Ook een hogere alpha kan als problematisch worden gezien.

Spoor: “Neem onze donkergroene MSCI World SRI S-series PAB ETF. Die heeft een strikte selectie en een universum van slechts 315 bedrijven. De tracking error is dan ook een stuk hoger. Dat is echter geen probleem, zolang je weet wat je doet. Als je qua performance en allocatie dichter bij de benchmark wil blijven, kies je voor minder uitsluitingen.”