
De in oktober door Luxemburg voorgestelde wetgeving om de regelgeving te verbeteren voor alternatieve beleggingsfondsen en instellingen voor collectieve belegging in effecten leidt tot extra flexibiliteit en duidelijkheid. Nederland is druk met de implementatie van AIFMD II.
Op 3 oktober 2025 heeft Luxemburg een wetsontwerp (ingediend ter implementatie van Richtlijn (EU) 2024/927, ook bekend als AIFMD II (Alternative Investment Fund Managers Directive II) en UCITS 6. Deze wetgeving heeft tot doel het regelgevingskader voor alternatieve beleggingsfondsen (AIF’s) en instellingen voor collectieve belegging in effecten (ICBE’s) te verbeteren.
Luxemburg: welkom op de laatste loodjes van de wettelijke implementatie
Het wetsvoorstel introduceert extra flexibiliteit en verduidelijkingen in de toelichting, met name met betrekking tot:
- “substance” eisen
- delegatier
- leningen verstrekken
- nevenactiviteiten
- definities die cruciaal zijn voor de werking van fondsen
Het wetsvoorstel sluit aan bij het EU-brede kader voor kredietverstrekking door AIF’s, waardoor de rechtszekerheid wordt vergroot. Het introduceert beperkingen op consumentenkrediet en verbiedt AIF’s om kredieten te verstrekken of te beheren aan consumenten in Luxemburg. Voortaan mogen AIF’s en ICBE’s voor liquiditeitsbeheer gebruikmaken van aanvullende instrumenten naast die door AIFMD II worden voorgeschreven.
Het wetsvoorstel versterkt de transparantie rond delegatie, met name voor functies die buiten de EU worden uitbesteed. Het introduceert nieuwe kennisgevingsvereisten en verduidelijkt de verwachtingen van de toezichthouder.
Concurrentievermogen
Een nieuwe vrijstelling op grond van artikel 26 van de regels voor ICBE’s schrapt de eis van een onafhankelijk accountantsverslag voor de uitgifte van rechten van deelneming in ruil voor bijdragen in natura, op voorwaarde dat een eerlijke behandeling van de deelnemers wordt gewaarborgd. Deze wijziging zal naar verwachting het concurrentievermogen van Luxemburg versterken, met name voor ICBE’s en ETF’s.
Onder het herziene kader mogen AIFM’s en ICBE-beheermaatschappijen (ManCos) nu diensten aanbieden zoals:
- kredietbeheer
- benchmarkbeheer
- AML-, bedrijfs-, IT- en HR-diensten voor derden, mits er waarborgen tegen belangenconflicten zijn
Het wetsvoorstel wordt momenteel behandeld door het Luxemburgse parlement, dus kan nog worden gewijzigd. In ieder geval moet Luxemburg de omzetting van AIFMD II uiterlijk op 16 april 2026 voltooien.
Nederland: druk met implementatie AIFMD II
Op 7 oktober 2025, iets later dan in Luxemburg, heeft de Nederlandse minister van Financiën het wetsvoorstel over de implementatie van AIFMD II aan het Nederlandse parlement voorgelegd. Hoewel lidstaatopties zullen worden geïmplementeerd (zie hieronder), heeft de Nederlandse wetgever in het algemeen, in tegenstelling tot bij de implementatie van andere richtlijnen van de Europese Unie, ervoor gekozen om geen gebruik te maken van de top-up-mogelijkheid om de vereisten in Nederland strenger te maken dan in andere lidstaten van de Europese Unie. Wij denken dat dit over het algemeen goed nieuws is voor de juridische omgeving van Nederlandse fondsen.
Nederland is van plan gebruik te maken van de in AIFMD II gespecificeerde lidstaatopties (zoals hierboven uiteengezet: kredietbeheer, benchmarkbeheer en bedrijfs-IT- en HR-diensten voor portefeuillebeheer). Fondsen mogen in Nederland wel krediet verstrekken aan consumenten, onder de bepalingen inzake consumentenkrediet als neergelegd in de Wet op het financieel toezicht.
Verder kunnen lidstaten van de Europese Unie de bevoegde toezichthoudende autoriteit toestaan om op verzoek van een beheerder van een fonds, in te stemmen met de aanstelling van een bewaarder met statutaire zetel in een andere lidstaat van de Europese Unie dan zijn eigen (thuis)lidstaat. Deze optie gebruikt Nederland wel, voor het scenario van een situatie waarin bewaarders niet effectief kunnen voorzien in de behoeften van hun fonds, rekening houdend met zijn specifieke beleggingsstrategie.
Wat de Nederlandse wetgever (nog) niet heeft gedaan, is gevolg geven aan overweging 9 van AIFMD II om ManCos die participatierechten aanbieden aan particuliere beleggers (alle niet-professionele beleggers, met inbegrip van beleggers die voor minimaal 100.000 euro deelnemen) aan te moedigen om ten minste één onafhankelijke of niet-uitvoerende bestuurder te benoemen. Nederlandse ManCos dachten dat dit zou kunnen betekenen dat zij verplicht zouden worden om, in geval van een two-tier-bestuur, een raad van commissarissen in te stellen. Blijkbaar wacht de Nederlandse wetgever op een verdere evaluatie van dit onderwerp door de Europese Commissie.
Tot slot
Zowel Luxemburg als Nederland heeft de nodige stappen gezet om AIFMD II te implementeren en voor zover nu te zien is, zou het mogelijk moeten zijn om de implementatie tijdig in nationaal recht om te zetten. ManCos wordt duidelijk aangeraden om nu al te beginnen met het herzien van hun structuren, met name die waarbij sprake is van kredietverstrekking of complexe delegatiemodellen, om zich voor te bereiden op naleving van het gewijzigde wettelijke kader.
Jan Saalfrank is partner beleggingsfondsen van Pinsent Masons Luxemburg. Lous Vervuurt is advocaat bij Pinsent Masons en adviseert cliënten over financiële regelgeving en de naleving van anti-witwaswetgeving. Het advocatenkantoor is deel van het expertpanel van Investment Officer.