Beleggingstrends

Wie de korte rente nog begrijpt mag het zeggen

Handelaar

Het korte eind van de Amerikaanse rentecurve golft wild op en neer dit jaar. Verklaringen voor de krachtige bewegingen te over, maar de consensus is ver te zoeken.

Vorige week bereikte de spread tussen Amerikaanse staatsobligaties met een looptijd van één en drie maanden een historisch hoogtepunt van ruim 170 basispunten, om vervolgens in een oogwenk te halveren.

Hendrik Tuch, hoofd obligaties bij Aegon AM, schrijft de uiteenlopende spreads op de markt voor kortlopend Amerikaans schatkistpapier toe aan de zorgen over het hardnekkig terugkerend debat over het Amerikaanse schuldenplafond. De X-datum - de dag waarop de Amerikaanse overheid zijn rekeningen niet meer kan betalen zonder het schuldenplafond te verhogen - is mogelijk al 1 juni, liet de Amerikaanse minister van Financiën Janet Yellen maandag per brief weten aan het Congres.

‘Beleggers krijgen steeds meer schuldplafondangst en willen de begrotingsdiscussie in de komende weken aanzien voordat ze verder op de curve beleggen’, aldus Tuch. Dat is niet helemaal onterecht, stelt Ivo Arnold, professor monetaire economie aan de Erasmus Universiteit en Nyenrode Business Universiteit.

‘Hoewel het schuldenplafond geen issue zou moeten zijn, kan het wel degelijk korte termijn volatiliteit geven’, zegt hij. Als voorbeeld refereert hij naar 2011 , toen een eindeloze discussie over het schuldenplafond resulteerde in een verlaging van de kredietwaardigheid van de Amerikaanse staatsobligaties en de koersen omlaag werden gestuurd.

Opvallend genoeg is de spread tussen 3-maands en 1-maands Treasuries echter alweer gehalveerd ten opzichte van vorige week, terwijl de kosten voor verzekeringen tegen het in gebreke blijven door de VS nog rond een nieuwe all-time high koersen.

Focus op de Fed

Volgens emeritus hoogleraar financiële economie Sylvester Eijffinger biedt de wetenschappelijke literatuur slechts één verklaring voor de opvallende prijsbewegingen op de markt voor kortlopende staatsobligaties: de uitkomst van de volgende Federal Open Market Committee-meeting’, aldus Eijffinger.

‘We zien hier een klassiek voorbeeld van onjuiste prijsvorming. Markten gaan op een zeker moment tijdelijk foute inschattingen maken’, zegt Eijffinger. ‘Dat is wat Nobelprijswinnaar en behavioral finance grondlegger Richard Thaler uitvoerig heeft behandeld in zijn boek Quasi-rational Economics. Markten vertonen vaak anomalieën en zijn verre van efficiënt.’

Ook de analisten van T. Rowe Price denken dat het monetaire beleid op korte termijn en de inflatieverwachtingen aan de voorkant van de rentecurve de belangrijkste afwegingen zijn voor beleggers.

Geldmarktfondsen

Gezien de snelheid waarmee de Fed zijn monetaire verkrapping doorvoert, één van de snelste in decennia, zijn geldmarktrentes bijzonder aantrekkelijk geworden.

Beleggers gaan niet voorbij aan deze aantrekkelijke tarieven en hebben sinds begin maart ruim 440 miljard dollar gestort in Amerikaanse geldmarktfondsen. Dat werd nog eens versneld door de ineenstorting van de Silicon Valley Bank (SVB), doordat de aantrekkingskracht van staatsschuld met korte looptijd als veilige haven kapitaal wegtrok van bankdepositorekeningen.

Maar, ondanks de vlucht van deposito’s naar geldmarktfondsen ligt het korte eind van de rentecurve grotendeels hoger dan begin maart, toen de eerste berichten over SVB nog gemeengoed waren. Beleggers willen, ondanks het grote verschil tussen rente op spaarrekeningen en de yield op geldmarktfondsen, nog steeds fors gecompenseerd worden voor kortlopende leningen aan de Amerikaanse staat.

De discussie rondom het schuldenplafond en de toegenomen aantrekkelijkheid van geldmarktfondsen kan niet los van elkaar worden gezien, zegt Quentin Fitzsimmons, portfolio manager van de Global Aggregate Bond Strategy van T. Rowe Price.

Fitzsimmons stelt dat de belangrijkste zorg van beleggers betrekking heeft op een mogelijke impasse in Washington, die de liquiditeit van de geldmarkten zou kunnen beïnvloeden.

‘Dergelijke liquiditeitsproblemen zijn al aan de orde', zegt Sandor Steverink, investment consultant bij Willis Towers Watson en voormalig hoofd Treasuries bij pensioenuitvoerder APG. ‘Dat is te wijten aan de onrust over Amerikaanse banken. Beleggers halen geld weg bij banken en kopen in plaats daarvan kortlopende obligaties, waardoor de rentetarieven voor kortlopende staatsleningen dalen en sterk afwijken van de Fed-basisrente.’

‘Banken willen hun overtollige liquiditeit niet bij andere banken stallen, en gaan daarom op zoek naar andere beleggingsmogelijkheden. Omdat er weinig vraag is naar langlopende staatsleningen, ligt de rente op deze leningen dicht bij de marktverwachting van de Fed: 4,75 procent plus ingeprijsde renteverhogingen’, aldus Steverink.

Gerelateerde artikelen op Investment Officer: