Veel institutionele beleggers vertrouwen op marktindicatoren zoals beta om het systematisch risico van hun portefeuilles te beheren. Beta geeft immers weer in hoeverre een portefeuille meebeweegt met de markt. Maar hoe goed begrijpen beleggers deze relatie eigenlijk? Nieuw experimenteel onderzoek toont aan: niet zo goed als we denken.
Zelfs professionele beleggers schatten hun marktblootstelling systematisch verkeerd in, zo blijkt - vaak in hun eigen voordeel.
In een reeks grootschalige online experimenten vroegen onderzoekers Christophe Merkle en Michael Ungeheuer beleggers naar hun verwachtingen over het rendement van een portefeuille, gegeven verschillende scenario’s voor het marktrendement. Sommige deelnemers mochten zelf een portefeuille samenstellen uit aandelen van de Dow-Jones-Index; anderen kregen een willekeurige portefeuille toegewezen. De vraag was simpel: wat verwacht je dat jouw portefeuille doet als de markt bijvoorbeeld 10 procent stijgt of daalt?
De uitkomsten zijn opvallend, en belangrijk voor iedereen die belegt op basis van risicofactoren zoals beta. Gemiddeld schatten beleggers hun beta in op slechts 0,7—aanzienlijk lager dan de verwachte waarde van 1. Voor negatieve marktscenario’s (downside beta) lag de gemiddelde inschatting nog lager, rond 0,6. Beleggers denken dus dat hun portefeuille minder hard daalt dan de markt in slechte tijden. Maar in positieve marktscenario’s (upside beta) schatten ze hun beta iets hoger in, wat erop wijst dat ze wél verwachten mee te profiteren van koersstijgingen.
Het meest opvallend: dit patroon van upside participation en downside protection is sterker aanwezig bij beleggers die zelf hun portefeuille mochten samenstellen. Kennelijk geloven we meer in onze eigen selectie dan in willekeurige spreiding—zelfs als die overtuiging niet strookt met de werkelijkheid.
In een vervolg van het experiment herhaalden de onderzoekers de studie onder een groep van meer dan achthonderd financiële professionals. Zelfs deze relatief goed geïnformeerde groep bleek de downside beta aanzienlijk te onderschatten. Actieve keuze leidt tot overschatting van eigen kunnen, ongeacht kennisniveau. Professionals bleken wel iets beter in het inschatten van hun totale beta, maar maakten net zo goed fouten in de asymmetrie tussen marktstijgingen en -dalingen.
Waarom dit ertoe doet
Voor institutionele beleggers is dit geen detail. Als de gemiddelde marktdeelnemer zijn systematisch risico onderschat, dan heeft dat directe implicaties voor hoe risico geprijsd wordt in de markt. Bovendien ondermijnt het de effectiviteit van kwantitatieve modellen die uitgaan van rationele verwachtingen over beta en marktblootstelling.
Het onderzoek suggereert dat beleggers hun eigen portefeuilles niet alleen overschatten qua rendement, maar ook onderschatten qua risico. Dat is een recept voor overmoedig gedrag—denk aan te geconcentreerde posities, onderdiversificatie, of het blind volgen van favoriete aandelen.
Om deze valkuilen te vermijden, is het essentieel om kritisch te blijven op de eigen inschattingen. Ook professionele beleggers zijn vatbaar voor de illusie van controle. Laat daarom modeluitkomsten leidend zijn, niet het buikgevoel. Zorg daarnaast voor stresstesten die expliciet rekening houden met asymmetrische scenario’s. Als uw team bij dalende markten structureel mildere gevolgen verwacht dan bij stijgende, kan dat wijzen op een hardnekkige onderschatting van risico. Bewustwording en training kunnen daarbij helpen. Denk aan oefeningen in conditioneel denken—zoals hardop afvragen wat er met de portefeuille gebeurt als de markt 15 procent daalt—om denkpatronen te doorbreken. Tot slot is regelmatige externe toetsing door risicomanagers of datateams van grote waarde. Vooral bij actief beheer helpt dit om blinde vlekken en overmoed te voorkomen.
Conclusie
Overmoed is hardnekkig. Zelfs met toegang tot data, ervaring en modellen, blijven beleggers geneigd hun eigen keuzes te overschatten. Dit onderzoek laat zien dat de fout niet zit in een gebrek aan kennis, maar in de menselijke neiging om eigen keuzes mooier voor te stellen dan ze zijn. Voor institutionele beleggers is dit een wake-up call: echte risicobeheersing vraagt niet alleen om goede modellen, maar ook om zelfreflectie.
Gertjan Verdickt is assistent-professor in Finance bij de University of Auckland en columnist bij Investment Officer.