Faits divers

Beleggende families: de Van der Maasjes van IVV

William en Julie, IVV

Als vader en dochter zijn William van der Maas en Julie van der Maas van het Instituut Voor Vermogensopbouw (IVV) aan elkaar gewaagd. William heeft er een zware dobber aan als Julie zeven keer ‘waarom’ vraagt bij een nieuw voorstel, en Julie voelt de druk van de extra hoge lat die haar vader voor haar legt. Bovenal zien ze samenwerken als een voorrecht.

Tot haar 18e was Julie van der Maas niet geïnteresseerd in de vermogensbeheerfirma van haar vader. Ze wist dat haar opa en oma belegden en dat zij en haar broertje en zusje hun eerste gespaarde 1000 euro mochten beleggen “bij papa”. ‘Wat dat betekende, wisten we niet’, zegt zij in een gesprek dat Investment Officer had met haar en haar vader in het kader van de zomerserie ‘Beleggende families’.

William: ‘Ik werkte thuis aan een langetermijnplanning voor een klant. Juul, in die tijd op zoek naar een vervolgopleiding, keek mee en zei: wat doe jij eigenlijk voor werk, papa? Terwijl ik dit toen al jaren deed.’

Julie koos voor een studie facilitair management, vertelde ze haar ouders kort daarna. Terugblikkend: ‘Ze keken me aan: wát gaat ze doen?! Ik wist het gewoon echt niet, dit was een paniekkeuze. Uiteindelijk zeiden mijn ouders dat ze die zomer wel extra handjes konden gebruiken op de zaak. Ik had een economisch pakket op school en was best handig met computers, dus kon ik snel bestaande processen automatiseren. Aan het einde van de zomer had ik een gesprek met mijn ouders: kon ik niet beter aan het werk gaan in het familiebedrijf en in de avonden over het vak leren?’

Naast elkaar op de bank

En aldus geschiedde. William werkte op dat moment al acht jaar samen met zijn vroegere buurjongen en compagnon Floris. Ook zijn vrouw Miranda werkte voor IVV vanwege de drukte. Extra hulp - in de vorm van Julie - was welkom. Haar eerste jaar bij IVV combineerde ze met een post-hbo DSI vermogensplanning-opleiding, gevolgd door een verkorte mba.

In de begintijd was het voor vader en dochter pittig samenwerken, mede doordat Julie toen nog thuiswoonde. ‘Onze wekkers gingen op hetzelfde moment, we stonden samen tanden te poetsen, lunchten samen op kantoor en zaten ‘s avonds weer naast elkaar op de bank. Na een paar maanden had ik behoefte aan meer autonomie. Ik ben daarom vrij jong op mezelf gaan wonen.’

Julie, William en MirandaVan een gezagsverhouding hadden ze geen last in die begintijd, zeggen vader en dochter. William: ‘Zowel Juul als mijn vrouw Miranda nemen geen blad voor de mond. Nu niet en toen ook niet.’ Julie: ‘Er is veel wederzijds respect. Ik bewonder de manier waarop mijn ouders naar situaties kijken en hoe ze problemen oplossen. Ik heb daar meer inzicht in dan kinderen die niet met hun ouders werken, dat is een voorrecht. En voor mijn ouders is het denk ik bijzonder om zo dicht op mijn leercurve te zitten.’

William: ‘Van onze andere twee kinderen horen we dat het ‘leuk’ of ‘gezellig’ was op kantoor, maar bij Julie zien we letterlijk hoe ze zich ontwikkelt. In het begin was ze verbaal sterk, zonder vakinhoudelijke achtergrond. Nu ze een behoorlijk aantal opleidingen achter de rug heeft, is ze verbaal én vakinhoudelijk sterk. Twee jaar geleden is ze benoemd als directielid, nadat we met AFM de toetsing hebben doorlopen. Dan zie je dat haar kennis en competenties ook extern gewaardeerd worden. Dat maakt je natuurlijk trots als ouders.’

Die ontwikkeling heeft ook gevolgen gehad voor de manier waarop anderen in de sector naar vader en dochter Van der Maas kijken. Julie: ‘We houden allebei van netwerken, in het begin ging ik altijd samen met mijn vader. Steeds was het van: hé, jij bent de “dochter van”.’ Nu is dat andersom. William: ‘Is Juul er ook, vragen ze nu. En: hoe is het met je dochter? Ik ben nu de “vader van”. Ik denk dat dat het mooiste voorbeeld is van de verschuiving, die heeft plaatsgevonden.’

Twee keer zo streng

Worden de andere “Van der Maasjes” weleens horendol van gesprekken over vermogensbeheer? William: ‘Af en toe wordt gezegd: even geen IVV nu. Het sluipt er in gesprekken toch vaak even in, gisteren nog.’ Julie: ‘Het gaat met ups and downs. Soms is iedereen betrokken of vinden ze het prima als wij even over de zaak praten. Een andere keer zeggen de onderlinge blikken die worden uitgewisseld ons genoeg.’ William: ‘Dan stoppen we meteen, er zijn genoeg andere onderwerpen om over te praten.’

Inmiddels bestaat het IVV-team uit acht mensen - ook niet-familieleden. William merkt dat een voorstel soms meer weerstand ondervindt van familie dan van andere collega’s. ‘Dan wil ik iets op een andere manier doen en dat ook snel doorvoeren, maar heb ik daar een zware dobber aan. Er wordt geen blad voor de mond genomen. Julie vroeg als kind al naar het waarom van alles en vraagt nu ook gerust zeven keer waaróm ik iets dan op een andere manier wil doen. Miranda doet dat vervolgens thuis idem dito. Andersom is dat trouwens net zo goed het geval. Soms komt Julie met een idee, dat het niet is. Ze is behoorlijk vasthoudend en ik kom niet meer weg met: papa zegt nee, dus het is nee.’

Julie: ‘Ik merk dat mensen nog steeds vaak aannemen dat er in een familiebedrijf een ja-en-amen-cultuur heerst. Ook bij de toetsing door de toezichthouder, hamerde AFM erop dat ik tegengas moest kunnen geven. Ik heb juist een eigen visie en ook ideeën over waar het bedrijf op de lange termijn naartoe moet.’

William: ‘Ik ben twee keer zo streng voor haar als voor de rest, leg de lat veel hoger voor Julie. Omdat ik wéét dat ze meer weerwoord kan verwachten en omdat ze de schijn tegen heeft.’ Julie: ‘Als” dochter van”, als vrouw in de sector én als jonge ondernemer. Bij elke opleiding moet ik een voorscreening doen. Ik ben het inmiddels wel gewend.’

Hij hoeft haar overigens niet te pushen, verduidelijkt William. ‘Ze is eager om kennis en informatie op te nemen. Kansen die wij op tafel leggen, pakt ze met overtuiging. Soms vraag ik me eerder af, waar het ophoudt.’ Julie: ‘Ik ben ambitieus, ik zou me alleen maar belemmerd voelen als mijn ouders zouden zeggen dat ik rustig aan moest doen. Dat is ook niet de cultuur hier. We willen het beste eruit halen én leuk leven.’

In tranen

Wat is minder leuk aan het samenwerken als vader en dochter? William: ‘Helemaal in het begin was Julie een keer in tranen: straks zijn papa en Floris mijn beste vrienden. De kloof met haar schoolgaande vrienden werd snel groter. In die periode dat ze aangaf van hen te vervreemden, dacht ik wel even: waar zijn we aan begonnen? Tegelijkertijd wist ik dat het een fase was.’

Julie: ‘Als ik terugkijk, zou ik alles opnieuw op deze manier doen, maar er is ergens wel een kleine what if? Hoe is het om jezelf te ontwikkelen, los van alles wat je kent? Een geheel eigen pad te volgen? Die route heb ik nooit bewandeld.’

William: ‘Julie is de oudste. Daardoor heeft ze ook een bepaalde zorgzame rol op zich genomen, zoals laatst tijdens een periode van verdrietige familieomstandigheden. Ik vind het mooi dat ze de leiding neemt, maar vraag me ook af of dat haar belemmert. Ze hoeft niet de zorgen van de volledige familie te dragen. Zo werkt een familiebedrijf. De intensiteit in ups is gaaf, maar die tijdens downs is groot. Maar dat is juist mooi.’

Komende zomer interviewen we bij Investment Officer verschillende beleggende families. Julie en William van der Maas van IVV bijten het spits af. De komende weken leest u de verhalen en anekdotes van andere families uit de sector.

Gerelateerde artikelen op Investment Officer: