
Klimaatverandering en biodiversiteitsverlies vormen serieuze systeemrisico’s voor het Nederlandse financiële stelsel. De Nederlandsche Bank (DNB) heeft daarom haar gids voor het beheersen van klimaat- en natuurrisico’s geactualiseerd. Vanaf volgend jaar laat de toezichthouder de kwaliteit van deze beheersing meewegen in de beoordeling van prudentiële risico’s.
Klimaat- en natuurrisico’s moeten niet alleen worden gesignaleerd, maar ook actief worden geïntegreerd in het risicobeheer van pensioenfondsen. De DNB-gids biedt daar richting voor, maar laat de invulling van inzicht naar integratie over aan de fondsen zelf. De effecten van klimaatverandering zijn vaak indirect en complex, wat vraagt om een diepgaande analyse en maatwerk.
Scenarioanalyse: van klimaatprojectie naar portefeuillebeleid
In de gids adviseert DNB om vooruitkijkende risico-identificatie te gebruiken bij het opsporen van materiële klimaat- en natuurrisico’s. Een belangrijk instrument hierbij is de scenarioanalyse, waarbij verschillende toekomstscenario’s worden doorgerekend om inzicht te krijgen in mogelijke risico’s en impact. Pensioenfondsen kunnen hierbij gebruikmaken van eigen aannames of aansluiten bij erkende scenarioleveranciers zoals het Network for Greening the Financial System (NGFS), het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) en het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). Deze partijen bieden scenario’s die zich richten op klimaatverandering, zoals temperatuurstijgingen, zeespiegelverhoging en veranderende weerspatronen.
Op basis van deze scenario’s wordt vaak een vertaalslag gemaakt naar macro-economische factoren zoals bbp-groei, inflatie en productiviteit, en in beperkte mate naar financiële parameters zoals aandelenrendementen. Voor pensioenfondsen is echter vooral de impact op specifieke beleggingscategorieën in de eigen portefeuille van belang. Juist deze vertaalslag – van klimaatprojecties naar concrete financiële gevolgen per beleggingscategorie – blijkt in de praktijk lastig te maken met de standaardscenario’s van NGFS, KNMI en IPCC. Daarom is het van belang dat pensioenfondsen aanvullende analyses uitvoeren of gebruikmaken van gespecialiseerde modellen om de impact op hun portefeuille beter te kunnen inschatten.
Fysieke risico’s: meer dan vastgoed en hypotheken
In de gids is vooral veel aandacht voor transitierisico, dat verwijst naar de financiële gevolgen van beleidsveranderingen, technologische ontwikkelingen of veranderende marktomstandigheden als reactie op klimaatverandering. Fysieke risico’s worden zeker ook benoemd, maar dan altijd in de context van vastgoed, hypotheken of biodiversiteit.
Fysiek risico gaat echter veel verder. Acuut fysiek risico (zoals extreme weersomstandigheden) heeft verstrekkende gevolgen voor alle beleggingscategorieën, waaronder infrastructuur, landbouw en energie. Chronisch risico (zoals temperatuurstijging) beïnvloedt macrofactoren zoals economische groei en inflatie doordat bijvoorbeeld de arbeidsproductiviteit daalt of voedselprijzen stijgen. Experts verwachten dat de impact van fysieke risico’s ver boven de impact van transitierisico’s uitstijgt. Het is daarom van belang om bij een risicoanalyse ook te kijken naar het fysieke aspect van klimaatverandering.
Risicomitigatie zonder tunnelvisie
Na het inzichtelijk maken van klimaat- en natuurrisico’s via scenarioanalyses, is het met het oog op risicomitigatie essentieel om passende beheersmaatregelen te implementeren. Daarbij is het belangrijk om niet te vervallen in tunnelvisie: een te eenzijdige focus op bijvoorbeeld CO₂-reductie kan leiden tot het negeren van andere relevante duurzaamheidsaspecten.
Het bredere kader van klimaatmaatstaven en duurzaamheidsinstrumenten moet daarom expliciet worden meegenomen. Denk aan thema’s uit de groene EU-taxonomie zoals biodiversiteit, ontbossing, circulariteit, waterbeheer en vervuiling. Deze worden niet altijd voldoende belicht in standaardmaatstaven.
Een veelgebruikt voorbeeld is de Paris-Aligned Benchmark (PAB). Deze benchmark sluit volledig aan op de uitgangspunten van het Klimaatakkoord van Parijs en richt zich op CO₂-reductie en uitsluiting van fossiele brandstoffen. Hoewel dit een relatief eenvoudige manier lijkt om duurzaamheidsambities te integreren in de beleggingsportefeuille, kent de PAB ook beperkingen. Zo worden andere milieuaspecten uit de EU-taxonomie niet expliciet meegenomen, wat kan leiden tot een eenzijdige benadering van duurzaamheid.
Daarnaast staat het uitsluiten van de fossiele sector soms haaks op het engagementbeleid dat sommige pensioenfondsen hanteren. In plaats van uitsluiting kiezen deze fondsen ervoor om actief in gesprek te gaan met bedrijven in de fossiele sector, met als doel via dialoog en aandeelhouderschap positieve verandering te stimuleren. Dit engagementbeleid kan in sommige gevallen meer impact genereren dan uitsluiting, mits het goed wordt uitgevoerd en gemonitord.
Het is daarom van belang dat pensioenfondsen bij het kiezen van beheersmaatregelen niet alleen kijken naar eenvoud en compliance, maar ook naar effectiviteit, transparantie van data en methodologieën, en de bredere duurzaamheidsimpact.
Gids biedt houvast, geen blauwdruk
Het is positief dat DNB klimaat- en natuurrisico’s voortaan integraal meeneemt in de beoordeling van prudentiële risico’s. Daarbij is vooral de vertaalslag van scenarioanalyses naar de beleggingsportefeuille cruciaal, met oog voor zowel transitierisico’s als fysieke risico’s.
De geactualiseerde DNB-gids biedt pensioenfondsen waardevolle handvatten voor duurzaam risicobeheer. Toch blijft het aan de fondsen zelf om een brede, evenwichtige implementatiemethode te kiezen. Daarbij is het belangrijk om tunnelvisie te vermijden en zowel de complexiteit als de mogelijke onbedoelde effecten van beheersmaatregelen mee te nemen. Alleen dan kan duurzaam risicobeheer effectief en toekomstbestendig worden ingericht.
Marion Groothuis is senior beleggingsadviseur bij Ortec Finance, een wereldwijde leverancier van technologie en oplossingen voor het nemen van investeringsbeslissingen. Ortec Finance is onderdeel van het expertpanel van Investment Officer en schrijft maandelijks een bijdrage over uiteenlopende thema’s.