Edin Mujagic
Column
Opinie

Bangmakerij als ouverture van meer monetair wanbeleid

Als ik iemand zou moeten nomineren voor een Oscar volgend jaar, dan zou ik de president van de Europese Centrale Bank (ECB) voordragen. Die slaagt er namelijk elke keer weer in een oproep te doen aan de eurolanden hun begrotingstekorten aan te pakken en hun schulden te verlagen, zonder in lachen uit te barsten. De bank voert namelijk een beleid waardoor die oproep net zo nutteloos is als een opblaasbaar dartbord.

De reden waarom die oproep nutteloos is, is dezelfde reden waarom de recente waarschuwing van de ECB dat een nieuwe schuldencrisis mogelijk is, meerdere hoofdsteden in de eurozone niet in beweging zal zetten hun financiële huishouding aan te pakken: zij weten dat de ECB altijd te hulp zal schieten.

Onlangs waarschuwde de ECB dat de eurozone in de toekomst met een nieuwe schuldencrisis te maken kan krijgen door de combinatie van hoge (en stijgende) staatsschulden en lage economische groei. Economische groei is belangrijk, omdat die als het ware de geldautomaat is van de overheden. Als de groei laag is, wordt het financieren van begrotingstekorten en staatsschulden lastiger en duurder. Aangezien die schulden dus in veel eurolanden al te hoog zíjn, kan dat een crisis veroorzaken.

De waarschuwing van de ECB is er eentje in de categorie “pyromaan waarschuwt voor brandgevaar”. De ECB is zelf namelijk voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor het feit dat een nieuwe schuldencrisis in de toekomst mogelijk is. De kiem daarvoor is gelegd in 2012, toen de toenmalige ECB-president Mario Draghi zijn inmiddels beroemde woorden uitsprak dat de bank zal doen “whatever it takes” om de euro te redden. Daarmee redde hij de munt destijds. Maar die belofte heeft ook een keerzijde. En die wordt langzaam maar zeker meer en meer zichtbaar.

Toen de ECB de “whatever it takes“-belofte deed, gaf ze namelijk een soort vrijbrief aan de eurolanden om hun economieën niet te hervormen, maar vooral meer schulden te stapelen. Hervormingen zijn doorgaans impopulair, omdat hervormingen in eerste instantie pijn doen en pas in een later stadium vruchten afwerpen. Dat feit spoort politici niet aan hun economieën onder handen te nemen, omdat ze daarmee hun kansen op herverkiezing verlagen.

Die belofte stimuleerde verder schulden stapelen, om de simpele reden dat er voor de eurolanden weinig risico’s waren. Immers, als dat schulden stapelen níet tot een schuldencrisis zou leiden, dan was er niets aan de hand. Zou een schuldencrisis wél kunnen ontstaan daardoor, dan zou het meteen ook het voortbestaan van de euro op het spel kunnen zetten. En in dat geval wist men in de hoofdsteden van de eurolanden dat de ECB in actie zal komen. Immers, de bank zou “alles eraan doen” de euro te redden. “Alles” houdt namelijk ook in landen te hulp schieten die onverantwoord begrotingsbeleid voeren.

Dit gebeurt eigenlijk al. De ECB begon veel te laat met het verhogen van de rentes toen de inflatie in de zomer van 2021 rap begon te stijgen. Vervolgens ging ze niet ver genoeg om de inflatie definitief te verslaan en begon zij al rentes te verlagen, terwijl de inflatie nog steeds niet verslagen was. Plus: intussen riep ze allerlei instrumenten in het leven om de kapitaalmarktrentes omlaag te knuppelen als die om welke reden dan ook te snel of te veel zouden stijgen. Denk aan het Transmission Protection Instrument, het TPI, op de markten gekscherend als “To Protect Italy” genoemd. Ik heb eerder voorgesteld dat instrument ook een tweede naam te geven, Transmission Protection Facility, TPF, omdat dat instrument ook de facto staat voor “To Protect France”.

Mario Draghi heeft in 2012 met zijn “whatever it takes“-belofte wellicht de euro op dat moment gered, maar met die belofte heeft hij wel de route geopend voor een toekomstige existentiële muntcrisis. De ECB heeft boter op haar hoofd als ze waarschuwt voor een nieuwe eurocrisis. Waarom ze het toch doet? De cynicus in mij zou zeggen: om met die bangmakerij het pad te effenen voor stevige renteverlagingen en andere ingrepen in 2025 en verder.

Dezelfde Draghi schreef eerder dit jaar een rapport over wat de EU moet doen om competitiever te worden op het wereldtoneel, met daarin allerlei aanbevelingen die, in mijn optiek, de eurozone eerder slecht dan goed zullen doen op termijn. Hoe dat rapport begon? Met de stelling dat als Europese beleidsmakers Draghi’s aanbevelingen niet opvolgen, de EU gedoemd is. Bangmakerij lijkt een alibi te zijn voor economisch en monetair wanbeleid in de toekomst.

Edin Mujagić is econoom, beheerder van Beleggingsfonds Hoofbosch en auteur van het boek Keerpunt 1971. Hij schrijft iedere maand voor Investment Officer een ECB Watch over het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank.