De inflatie blijft hoog en er is bezorgdheid of de pensioenfondsen de koopkracht van de pensioenen kunnen behouden bij de nieuwe pensioenwet. Casuïstiek over de condities van inzet van reserves is bijzaak en helpt niet echt. Het zou moeten gaan over de schade voor oudere deelnemers en gepensioneerden als DNB fondsen dwingt aandelen en onroerend goed af te stoten, ten gunste van staatsschuld.
Haar ontroerende maidenspeech in de Tweede Kamer op 17 januari 2024 was perfect. Agnes Joseph legde uit waarom ze altijd al actuaris wilde worden, en hoe roekeloos en nonchalant de pensioenfondsen spraken over het ‘invaren’ in de nieuwe wet. Haar belangrijkste punt was precies in de lijn van haar expertise, namelijk de administratie die voor het ‘invaren’ maandelijkse gegevens moest opduiken die 40 jaar geleden, als ze al verzameld waren, zeker niet waren opgeslagen in een vorm die nu bruikbaar was voor het individueel maken van de pensioenen.
Volkomen terecht voor wat betreft die administratieve zorgen, maar daarbij zijn er nog twee andere hoofdpunten: het wanbeleid van De Nederlandsche Bank (DNB) om de pensioenen geen gelijke tred te laten houden met de inflatie, en het te verwachten grote verlies aan rendement wanneer oudere deelnemers en gepensioneerden worden gedwongen om vooral in staatsschuld te beleggen.
Agnes Joseph was wijs om haar eerste optreden te focussen op de administratie. Maar helaas heeft ze in de anderhalf jaar van haar Kamerlidmaatschap nooit de andere twee hoofdpunten goed uitgewerkt. Nu wreekt zich dat, want mensen zijn terecht bezorgd of hun toekomstig individueel pensioen wel de geldontwaarding kan bijhouden. Dan gaat het om het goed beleggen van de premies en om redelijk toezicht.
Joseph had moeten uitleggen dat onze pensioenfondsen een uitgangspositie hebben die steeds sterk genoeg bleef om de koopkracht te garanderen. Ze kon bijvoorbeeld verwijzen naar Canada waar DB-pensioenfondsen bij scenarioberekeningen met strenge waarderingsregels, zoals die van DNB, zelfs tientallen procenten tekort mogen laten zien, op conditie dat hun sector – onderwijs, overheid – een continue instroom heeft van nieuwe deelnemers. Dat is nuttiger en betrouwbaarder informatie dan de ingewikkelde casuïstiek over de inzet van verschillende soorten reserves waar zij en andere Kamerleden zich nu in verliezen.
En vooral had Agnes Joseph zich moeten verdiepen in de financiële economie van beleggen op lange termijn. Als ik het niet mis heb, heeft zij zich nog nooit duidelijk uitgelaten over wat altijd al de belangrijkste reden was om de slechte pensioenwet van DNB te verwerpen. Beleggen in bedrijven en gebouwen levert langetermijnbeleggers gemiddeld 3 procent per jaar meer op dan beleggen in staatsschuld. Die beleggingswinst verdwijnt wanneer oudere deelnemers individueel moeten beleggen in vooral staatsschuld. Allemaal niets nieuws, maar helaas nooit goed verwoord door Agnes Joseph.
Nu wachten we op een eerste schatting van de kosten van het ‘invaren’ bij ABP en PFZW. Daar zal Agnes Joseph wel terecht een deskundig commentaar op geven. Maar er was zo veel meer op te merken over de slechte pensioenwet. Zo jammer van die twee blinde vlekken.
Eduard Bomhoff is voormalig hoogleraar monetaire economie en was in het verleden bestuurder bij twee grote pensioenfondsen.